Pique Dame
Première: 21 – 25 March 2018 Netherlands
Première: 21 – 25 March 2018 Netherlands
Opera in 3 bedrijven en 7 tonelen
Dirigent – Aleksandru SAMOÏLA
Regisseur – Alexander TITEL
Setontwerper – Stanislav MOROZOV
Kostuumontwerp – Elena STEPANOVA
Koordirigent – Leonid BUTENKO
Choreografie – Yury VASYUCHENKO
Koorleider van kinderkoor De Parels van Odessa – Larisa GARBUZ
Personages en rolverdeling:
HERMANN (jonge officier) tenor – Alexander Schultz 21-25 maart/E.Martyniuk 22-23 maart
GRAAF TOMSKI bas / bariton – Viktor Schevchenko
PRINS YELETSKI (Lisa`s verloofde) bariton – Alexander Stryuk
GRAVIN (oude gravin) mezzosopraan / alt – Elena Starodubtseva
LISA (haar kleindochter) sopraan – Anna Litvinova 21-23 maart/ Yulia Tereschuk 22-25 maart
PAULINA (Lisa`s vriendin) alt – Taisiya Shafranska
TSJEKALINSKI (officier) tenor – Valery Regrut
SOURIN (officier) bas – Dmitriy Pavlyuk
TSJAPLITSKI tenor – Sergey Karasnykh
NARUMOV bas – Ivan Gazynski
GOUVERNANTE / MASJA sopraan – Nadezhda Sychuk
Plaats: St. Petersburg, Rusland
Scène 1
Op een zomerse dag in een park van St. Petersburg onderhouden twee officieren Surin en Chekalinsky zich over hun vriend Hermann. De jonge officier van Duitse afkomst Hermann verblijft elke avond tot diep in de nacht in een gokhuis waar hij het spel nauwkeurig volgt zonder zelf te spelen.
Hermann verschijnt met graaf Tomsky en bekent dat hij verliefd is op een meisje dat hem niet goed kent. Hij weet niet hoe hij haar moet veroveren en vreest dat het niets zal worden omdat zij in hogere kringen dan hijzelf verkeerd. Ya Imeni
Prins Yeletsky stapt op de officieren af in het gevolg van een oude gravin en enkele dames en vertelt over zijn aanstaande huwelijk. Hermann vraagt hem naar zijn verloofde. Yeletsky wijst op Lisa die de oude gravin tijdens de wandeling vergezelt. Hermann is verslagen omdat hij zijn geliefde herkent in de verloofde van de prins. De aanblik van de gravin bezorgt Hermann rillingen en ook veroorzaakt Hermann de gravin heimelijk angst.
Wanneer de gravin en haar dames vertrokken zijn, vertelt Tomsky Hermann een mysterieus verhaal over drie gelukskaarten. Het betreft een winnende formule die graaf St. Germain, een gepassioneerde gokker, lang geleden in Parijs aan de gravin toevertrouwde. De winnende formule hielp de gravin ook bekend als de “Venus van Moskou of de Schoppenvrouw” om haar fortuin terug te winnen. De betaling voor het geheim zou echter met haar dood bekocht worden door een “derde minnaar” die op zal duiken en via gepassioneerd gokken achter het geheim zal proberen te komen. Eerder al had zij, tegen de afspraak met St. Germain in, het geheim toevertrouwd aan haar toenmalige echtgenoot en een minnaar.
Het zomerpark wordt leeg., het onweer nadert, maar Hermann is niet bang. Hij zweert dat Lisa aan hem zal behoren of hij zal sterven.
Scène 2
Lisa verwelkomt haar vrienden in haar kamer bij de gravin. Nadat ze vertrekken bezingt het meisje haar liefde aan een mysterieuze jongeman, die ze in het park heeft gezien.
Opeens verschijnt Hermann op het balkon. Lisa herkent onmiddellijk de jongeman op wie ze op slag verliefd werd. Hermann uit zijn liefde voor Lisa. Er klinkt een krachtige klop op de deur. De gravin komt naar Lisa om erachter te komen wat voor geluiden haar in de nacht wakker houden. Hermann verbergt zich. Bij het horen van de gravin besluit de jongeman dat hij tegen elke prijs achter het geheim van de drie kaarten moet zien te komen. Lisa en Hermann nemen verliefd afscheid in de nacht. Daj umeret’, tebja blagoslovljaja en Prosti, prelestnoye sozdanye.
Scène 3
Een gemaskerd bal in een adellijk huis. Hermann wordt door zijn vrienden gesard. Zij zeggen dat hij de mysterieuze derde man is. Na een uitvoering van de pastorale Daphnis en Chloë geeft Lisa Hermann de sleutel van de slaapkamer van de oude gravin. Zo kan hij via een tussendeur ongemerkt Lisa’s kamer bereiken.
Bij het bal maakt graaf Yeletsky zich zorgen over de inmiddels afstandelijke Lisa. Hij wil zich opnieuw van haar liefdesverklaring verzekeren. Echter Lisa vermijdt verklaringen.
Lisa geeft Hermann de sleutel tot een geheime deur in het huis van de gravin. Hij moet door de slaapkamer van de gravin om naar de kamer van Lisa te gaan en denkt dat het lot hem de winnende formule van de gravin oplevert.
Scène 4
Omdat hij alleen is in de slaapkamer van de gravin, geobsedeerd door de wens om de drie kaarten te onthullen, besluit Hermann in de slaapkamer te blijven en de gravin te dwingen hem de winnende formule te vertellen.
Thuisgekomen van het bal haalt de gravin herinneringen op aan de betere tijden, nobele balfeesten in Parijs, succes en toejuiching. Terwijl ze in haar geest afreist in nostalgie, staat Hermann voor haar en smeekt haar om hem het geheim van de kaarten te vertellen. De gravin blijft sprakeloos. Hermann dreigt met een pistool en eist de geheime formule. De gravin sterft van schrik.
Bij het horen van herrie snelt Lisa de slaapkamer van de gravin binnen. Als ze een dode gravin ziet, roept ze uit: “Je had me niet nodig!” Ze zet Hermann de deur uit en beschouwt hem nu als een moordenaar en oplichter.
Scène 5
In zijn kamer in de kazerne leest Hermann een brief van Lisa die wil dat hij haar bij de oever van de rivier ontmoet. Ja ne verju De dode gravin spookt Hermann achterna. Hij ervaart waanideeën wanneer de geest van de gravin verschijnt. Ze draagt Hermann op om met Lisa te trouwen en onthult de geheime combinatie van de winnende kaartenformule. De winnende kaarten zijn de drie, de zeven en de aas …
Scène 6
De oever van de rivier de Neva voor het winterpaleis. Lisa wacht op Hermann en zij hoopt dat hij zijn onschuld zal bevestigen. Het is nacht. Lisa zingt haar beroemde middernacht-solo: Uz polnoc’ blizitsja. Als Hermann bij Lisa is aangekomen, vertelt zij dat zij bereid is hem alles te vergeven en met hem te vluchten. Duet: Ja snova s toboju. Maar Hermann, bezeten van het kaartspel en zijn gelukskaarten, luistert niet naar haar smeekbede. Hij duwt haar opzij en draaft het casino binnen. Lisa springt in de Neva en verdrinkt.
Scène 7
Het casino. Tot verbazing van zijn vrienden verschijnt vorst Jeletski die na het verbreken van zijn verloving met Lisa zijn geluk wil beproeven bij het kaartspelen. Hermann komt opgewonden binnen en begint onmiddellijk te spelen. Hij verschijnt midden in het spel, wedt op grote sommen geld en wint twee keer op een rij. Het spel gaat door. Hij wint met de eerste kaart – de drie – en ook met de tweede kaart – de zeven – hij wint grote sommen geld. Aria. Cto nasa zisn’? Igra!.
Nu is alleen vorst Jeletski nog maar bereid met hem verder te spelen. Hermann zet zijn hele winst op de derde kaart – de aas -, maar als hij de kaart omdraait is het schoppenvrouw. Hij ziet hierop de geest van de gravin die spottend naar hem grijnst en wordt helemaal gek. Vervolgens schiet hij zichzelf neer. Stervende vraagt hij de vorst om vergeving. Knjaz’! Knjaz’, prosti menja! Ook Lisa verschijnt voor hem in een visioen voor zijn gekwelde geest en schenkt hem vergiffenis. Hermann sterft met haar naam op zijn lippen.
Woensdag 21-03-2018 | 20:00 Chassétheater Breda
Telefoon: 076-5303132
Donderdag 22-03-2018 | 20:00 Zuiderstrandtheater Den Haag
Telefoon: 070-8800333
Vrijdag 23-03-2018 | 20:00 Parkstad Limburg Theaters Heerlen
Telefoon: 054-5716607
Zondag 25-03-2018 | 15:00 Stadsschouwburg Antwerpen
Telefoon: (+32) (03) 4006969
Schoppenvrouw of Pique Dame (Russisch: Пиковая дама, Pikovaja Dama) is een opera van Pjotr Iljitsj Tsjajkovski, naar een verhaal van Aleksandr Sergejevitsj Poesjkin. Het libretto is geschreven door de componist en zijn broer Modest en bestaat uit drie bedrijven (7 tonelen). De première was in 1890 in St. Petersburg; het werk werd internationaal bekend in 1906 door de uitvoering in de Scala van Milaan. In Nederland werd het pas in het seizoen 1956-57 voor het eerst opgevoerd. “Schoppenvrouw” wordt, na “Jevgeny Onjegin”, als Tsjajkovski’s op één na beste opera beschouwd.
Pjotr Iljitsj Tsjaikovski
1840, Votkinsks – 1893, Sint-Petersburg
Tsjaikovski’s mecenas, Nadezhda von Meck, drukte het misschien wel het mooiste uit. Zij vond dat Tsjaikovski’s muziek ‘direct tot haar ziel sprak’.
Tsjaikovski werd geboren in een gezin van zes kinderen. Zijn ouders zagen graag dat hij een succesvol ambtenaar zou worden. Dat plan bleek echter snel van de baan toen Pjotr werd toegelaten tot het pas opgerichte conservatorium van St. Petersburg. Hij bleek talent te hebben en ontwikkelde al vroeg een eigen muzikale stijl met invloeden vanuit zowel Russische als Duitse muziek. Hoewel Tsjaikovski’s leraar Anton Rubinstein zijn eerste orkestwerk afkeurde, nodigde diens broer Nikolay hem toch uit om harmonielessen te geven aan het nieuw opgerichte conservatorium van Moskou. Hier componeerde Pjotr in 1866 zijn Eerste Symfonie, bijgenaamd ‘Winterse Dagdromen’. Ook maakte hij in Moskou een begin met de Fantasie Overture ‘Romeo en Julia’.
Langzamerhand begon Tsjaikovski door te breken bij de Russische elite. En tegen de tijd dat hij begon aan Het Zwanenmeer en in 1875 zijn Eerste Pianoconcert in première ging, was de componist inmiddels een beroemdheid geworden. Volgens Tsjaikovski’s broer Modest imiteerde Pjotr graag dansers, wat hem redelijk goed afging. Het verhaal gaat zelfs dat Tsjaikovski samen met Camille Saint-Saëns uit meligheid een zelf-gefabriceerd schertsballet opvoerde in een van de verlaten conservatoriumzalen. Nikolay Rubinstein, ook wel in voor een grapje, begeleidde de twee dansende componisten achter de piano. Maar Tsjaikovski’s kracht lag toch meer in het schrijven van balletmuziek dan in het dansen zelf.
Hoewel wij Het Zwanenmeer en Doornroosje nu als meesterwerken bestempelen, had de componist aanvankelijk maar matig succes met deze werken. Gelukkig was zijn laatste ballet, De Notenkraker, wel vanaf het eerste moment populair. Hoewel Tsjaikovski vrij conservatief was in zijn politieke voorkeur, lag dat op het sociale en relationele vlak duidelijk anders. In 1877 trouwde hij echter met Antonina Milyukova. Geheel vrijwillig was dit niet – Antonina dreigde met zelfmoord wanneer Pjotr haar verzoek zou afwijzen. In lijn met het libretto van de opera Jevgeni Onegin waaraan Tsjaikovski in deze tijd werkte, werd het huwelijk voor beide partijen een ramp. Tsjaikovski kreeg een zenuwinzinking en Antonina bracht de laatste twintig jaar van haar leven door in een psychiatrische inrichting.
Gelukkig stond goede vriendin en rijke weduwe Von Meck het stel financieel bij. Na dertien jaar briefwisseling, de drie hadden elkaar gek genoeg nooit ontmoet, verbrak Von Meck plotseling het contact. Tsjaikovski was er kapot van en had lang nodig om de klap te boven te komen. Kort daarna componeerde de componist zijn Vierde Symfonie. De opening van dit werk beschreef Tsjaikovski als: ‘Het lot, de kracht die het geluk in de weg zit’. Doelde hij hiermee op de breuk met Von Meck? Over Tsjaikovski’s Vijfde Symfonie zijn de meningen verdeeld. Sommige musicologen beschrijven het werk als ingetogen, andere zien het juist als een expressief hoogtepunt. Hoe dan ook, de première in 1888 was een groot succes, al was Tsjaikovski er zelf onzeker over.
Zijn Zesde Symfonie wordt echter universeel als een ‘meesterwerk’ gezien, een hoogtepunt in de muziekgeschiedenis. Het werk eindigt in wanhoop en negen dagen na de première overleed Tsjaikovski. Was de Zesde een muzikale afscheidsbrief en sloeg Tsjaikovski uiteindelijk de hand aan zichzelf? Werd zijn onderdrukte homoseksualiteit hem te veel? Waarschijnlijker is dat Tsjaikovski overleed aan cholera, een minstens zo treurig einde. Toch houdt het idee van zelfmoord stand omdat men Tsjaikovski graag ziet als een zeer emotioneel figuur. Projecteren we daarmee wellicht onze eigen ervaring van Tsjaikovski’s muziek op de componist zelf?
Aleksandr Sergejevitsj Poesjkin (Moskou, 6 juni 1799 Sint-Petersburg, 10 februari 1837, of 26 mei 1799 29 januari 1837 volgens de Juliaanse kalender) was een Russisch dichter. Poesjkin wordt algemeen beschouwd als de grootste Russische dichter, en tevens als één van de grootste dichters uit de wereldliteratuur. Samen met andere grote Russische schrijvers, zoals Lermontov, Gogol, Toergenjev, Tjoettsjev, Dostojevski, Tolstoj en Tsjechov behoort Poesjkin tot de zogenoemde ‘gouden eeuw’ van de Russische literatuur.
Leven
Poesjkin werd geboren in Moskou als zoon van een (verarmd) adellijk geslacht. Zijn overgrootvader langs moederszijde was een zwarte Afrikaan, als geschenk gegeven aan tsaar Peter de Grote. Zeer dikwijls worden het hartstochtelijke temperament en de sensualiteit van Aleksandr Poesjkin aan deze ‘negroïde’ afstamming toegeschreven. In zijn kinderjaren werd Poesjkin bijna volledig in het Frans opgevoed, en doordat hij over een fenomenaal geheugen beschikte, kende hij op zijn elfde praktisch de complete toenmalige Franse literatuur uit zijn hoofd. Het is door zijn kindermeisje, zijn ‘njanja’, dat hij met de Russische taal, sprookjes en volksverhalen vertrouwd raakte. De bewerking van een van deze sprookjes, Roeslan en Ljoedmila, maakte hem op jonge leeftijd in heel Rusland beroemd.
In 1811 begon Poesjkin zijn studies aan het door de tsaar opgerichte Tsarskoje Selo-lyceum, nabij Sint-Petersburg. Zijn uitzonderlijke talent als dichter werd er zeer vlug opgemerkt. Na zes gelukkige jaren in het lyceum stortte Aleksandr Poesjkin zich in het uitgaansleven van Sint-Petersburg. Zijn turbulente liefdesleven belette hem niet zich verder aan de dichtkunst te wijden.
In het tsaristische Rusland was de censuur echter streng, de pen van Poesjkin vlijmscherp. Zijn doen en laten werden nauwlettend gevolgd en een gedicht zoals ‘Ode aan de vrijheid’ (1818) en talrijke epigrammen circuleerden in vrijheidsgezinde en anti-tsaristische kringen. In 1820 werd Poesjkin verbannen uit Sint-Petersburg. Dit redde waarschijnlijk zijn leven, want het heeft hem belet om, zoals vele van zijn literaire vrienden, deel te nemen aan de Dekabristenopstand van 1825.
Tijdens zijn ballingschap op het platteland schreef Poesjkin een groot deel van zijn meesterwerk, hét gedicht van de Russische literatuur, Jevgeni Onegin. In 1826 hief tsaar Nicolaas I onder strikte voorwaarden zijn verbanning op. Aleksandr Poesjkin ging terug naar Sint-Petersburg, maar was min of meer een ‘gevangene’ van de tsaar.
Na talloze amoureuze escapades trouwde Poesjkin in 1831 met de zeer knappe Natalja Gontsjarova, zijn ‘113de liefde’, zoals hij haar zelf noemde, maar ook zijn ‘Madonna’. Natalja schonk hem vier kinderen en het huwelijk schijnt gelukkig geweest te zijn, ware het niet dat de jaloersheid van Poesjkin hem parten speelde. Het is een vermeende ‘affaire’ van Natalja die de directe aanleiding was tot het fatale duel van Poesjkin met de stiefzoon van de Nederlandse gezant Georges d’Anthès, alhoewel velen er indertijd en ook nu nog een complot van de regering in zagen. Aleksandr Sergejevitsj Poesjkin stierf ten gevolge van dit duel op 29 januari 1837. De Nederlandse gezant J.D.B.A.-baron van Heeckeren verliet vanwege de verbanning van zijn stiefzoon zelf ook Rusland.
Werk
Naast een uitgebreide lyriek met vele liefdes- en andere gedichten, zoals ‘Ik had je lief’, ‘Nacht’ , ‘Winteravond’ en ‘Herfst’, heeft Poesjkin ook proza nagelaten, zoals ‘De kapiteinsdochter’, ‘De geschiedenis van Poegatsjov’ en ‘Schoppenvrouw’.
Van Poesjkins werk zijn enkele opera’s gemaakt. Schoppenvrouw is door Modest Tsjaikovski omgewerkt tot een operalibretto, waarbij diens broer Pjotr Iljitsj Tsjaikovski de muziek schreef. Ook Jevgeni Onegin is door Tsjaikovski op muziek gezet, de tekst was voor dit doel omgewerkt door de componist in samenwerking met Konstantin Sjilovski. Van Boris Godoenov maakte Modest Moessorgski een “muzikaal volksdrama in vier bedrijven en een proloog”. Roeslan en Ljoedmila werd door twee Russische componisten op muziek gezet: als opera door Michail Glinka in 1842, als het orkestwerk Skazka door Nikolaj Rimski-Korsakov in 1880. Mozart en Salieri uit de vier Kleine Tragediën werd in 1897 eveneens door Rimski-Korsakov als stof voor een opera, met behoud van de titel, gebruikt. Kort voor diens overlijden in 1908 maakte hij van Poesjkins De gouden haan eveneens een opera (1906/07). De vriend van Diaghilev, de dichter, librettist en danser Boris Kochno, schreef in 1921 op basis van ‘Het huisje in Kolomna’ het libretto van Mavra, een opera buffa gecomponeerd door Igor Stravinsky.
Nog steeds wordt Aleksandr Poesjkin in de Russische wereld en daarbuiten vereerd en gelezen. Vanaf zeer jonge leeftijd horen de kinderen zijn poëzie in Russische sprookjes en later blijven zij hem lezen omwille van zijn vloeiende, prachtige, muzikale taal.
ALEXANDRU SAMOILA
Alexandru Samoila: Volkskunstenaar van de Moldavische Republiek
Laureaat van de Staatsprijs en de ridderorde van verdienste van de Republiek Moldavië, prijswinnaar van het Irina Arkhipova Fonds in 2001 (gouden medaille).
Aleksandru Samoila studeerde af aan het Rimsky-Korsakov St. Petersburg Staats Conservatorium (prof. V. Stoller en A. Yanson ), evenals aan het Moessorgsky Oeral Staats Conservatorium ( onder prof. Mark Paverman ).
Als hoofddirigent en artistiek directeur van de Nationale Opera van de Republiek Moldavië van 1981 tot 2003 Aleksandru Samoila werkte hij samen met Het Nationaal Russisch Orkest, Het Tsjaikovski Groot Symfonie Orkest, het Sint Petersburg Filharmonisch Symfonie Orkest, The New Philharmonic Tokyo (Japan) en het Orkest van de Nationale Radio van Roemenie.
Aleksandru Samoila werkte eveneens met het Russische Bolshoi Theater, het Stanislavsky
en Nemirovich-Danchenko Moskou Muziek Theater, het Sint Petersburg Mikhailovsky Theatre, in de operahuizen van Kiev, Minsk, Samara, Tsjeljabinsk, Oefa, Jekaterinenburg en andere steden.
Toen hij in 1996 voor het eerst Aida van Verdi in het Londense Royal Albert Hall leidde, werd de maestro uitgenodigd om elk seizoen concerten te geven in Londen en andere steden in Engeland, Ierland en Schotland ( Norma door Bellini, Nabucco en La Traviata door G. Verdi, Carmen door Bizet, Tosca, La Bohème , Madam Butterfly, Turandot door Giacomo Puccini, Die Fledermaus door J. Strauss, etc.).
De dirigent werkt sinds 1988 met de Nationale Opera van Roemenië en heeft daar een aantal belangrijke operaproducties op zijn naam staan. Maestro Samoila bekleedde in 1990 de functie van principal dirigent en artistiek directeur aan de Staatsopera van Izmir (Turkije) en werkte regelmatig samen met ensembles van de operahuizen van Istanboel, Ankara en Anatolië, waar hij een groot
aantal producties bracht ( Electra door R. Strauss, Rusalka door Dvorak, Evgeny Onegin door P. Tchaikovsky, Macbeth, Othello, Il Trovatore , Rigoletto door G. Verdi, Hoffmann’s Tales door J. Offenbach, Il barbiere di Siviglia door G. Rossini, L’Elisir d’Amore door G. Donizetti, Le Nozze di
Figaro, Entführung aus dem Serail, Zaide , Die Zauberflöte , Don Giovanni door Mozart en andere opera’s).
De dirigent heeft deelgenomen aan talloze operafestivals gepresenteert door Irina Arkhipova met deelname van wereldberoemde operasterren. Maestro Samoila is mede-oprichter en coproducent van het operafestival Maria Bieshu Invites en leidt al meer dan 20 jaar het festival en de Bieshu- wedstrijd van jonge operazangers.
LITVINOVA ANNA
Anna Litvinova: Soliste van het Odessa Nationaal Academisch Opera en Ballet Theater. Laureaat van de IIIe prijs van de Internationale Wedstrijd voor Vocalisten genoemd naar Hariclea Darclee in Roemenië in 2005, de tweede prijs in de competitie vernoemd naar Ivan Alchevsky in hetzelfde jaar, diploma winnaar van de Internationale Wedstrijd voor Vocalisten genoemd naar Michail Glinka in 2009, diploma winnaar “Voor de beste prestatie van de aria’s van Italiaanse componisten” van het XXe Festival –Wedstrijd genoemd naar Maria Biesu (Chisinau, 2012).
Ze studeerde af aan de Odessa Staats (nu – Nationale) muziekacademie vernoemd naar Antonina Nezhdanova in 2004, in de klas van solozang, kamerklas en postdoctorale studie in 2007. In het Odessa Nationaal Academisch Opera en Ballet Theater werkt ze sinds 2008.
Haar repertoire omvat de delen:
Santuzza in de opera ” CavalleriaRusticana ” van Pietro Mascagni,
Leonora in de opera “Il Trovatore ” van Giuseppe Verdi,
Nedda in de opera ” Pagliacci ” door Ruggero Leoncavallo,
Micaela in de opera “Carmen” van Georges Bizet,
Oksana in de opera ” Zaporozhets over de Donau” van Semyon Gulak – Artemovskiy ,
Amelia in de opera “A Masked Ball” van Giuseppe Verdi, Lisa in de opera “Pique Dame” van Pjotr Tsjaikovski.
YULIA TERESCHUK
Yulia Tereschuk: Soliste van het Odessa Nationaal Academisch Opera en Ballet Theater. Laureaat van de IIe-prijs van de XXe International Festival-Wedstrijd Maria Biesu (2012 in Chisinau); laureaat van de Ie-prijs van de XXIe Internationale Festival-Wedstrijd. Maria Biesu (2013, Chisinau). Ze studeerde af aan het Khmelnytsky Muziek College genoemd naar V. Zaremba aan de opleiding voor koordirectie, Odessa Staats (nu – Nationale) Muziek Academie genoemd naar Antonina Nezhdanova (voorzitter van solozang, opleiding onder professor Galina Polivanova ).
Sinds 2006 vervolgt zij haar studie muziek en het uitvoeren van post-graduate studies aan de Odessa Muziek Academie. In Odessa werkt zij voor het Odessa Nationaal Academisch Opera en Ballet Theater sinds 2008.
Het repertoire omvat de rollen:
Tatiana (“Evgeny Onegin ” van Pjotr Tsjaikovski);
Iolanta (” Iolanta ” van Pjotr Tsjaikovski);
Mimi (“La Boheme ” van Giacomo Puccini);
Cio – Cio -San (“Madame Butterfly” van Giacomo Puccini);
Liu (“Turandot” van Giacomo Puccini);
Marfa (“Bruid van de Tsaar” van Nikolai Rimsky-Korsakov)
Polowetser meisje (“Prins Igor” van Alexander Borodin);
Priesteres (“Aida” van Giuseppe Verdi);
Donna Elvira (“Don Giovanni” van Wolfgang Amadeus Mozart);
Sneeuwwitje (‘Sneeuwwitje en de zeven dwergen’ van Eduard Kolmanovsky ); Koningin der Apen (“Smaragden Stad”);
Oksana (“Kozak over de Donau” van Semen Gulak-Artyomovskiy );
Katerina (“Katerina” door Nikolay Arkas)
SYCHUK NADEZHDA
Nadezhda Sychuk: Soliste van het Odessa Nationaal Academisch Opera en Ballet Theater.
Laureate van de 1e prijs van de internationale vocale wedstrijd in Vorzel (2006), laureate van de 1e prijs van het internationale festival ” Herfst van de Krim” in Simferopol (2006), laureate van de Internationale Opera Zangers Competitie vernoemd naar Salomia Krushelnytska in Lviv (2009). De eigenaar van een speciale prijs van de internationale vocale competitie in het Romeense Galati (2007) en de Grand Prix van de Vocale Internationale Competitiie vernoemd naar Nazir Akhmedova in Tasjkent (2009).
Ze studeerde af aan de vocale faculteit van de Odessa Staats (nu – National) Muziek Academie vernoemd naar Antonina Nezhdanova in 2005, en vervolgens postdoctorale studie in 2008. In 2003-2005 ontving ze een persoonlijke presidentiële beurs voor haar academische en artistieke successen. In 2008 werd ze uitgenodigd voor het muziektheater Nae Leonardo in Roemeens Galati, waar ze het stuk van Gilda in Rigoletto speelde , en ze zong ook in de concerten Gala Lirica en “Ter nagedachtenis aan Maria Callas”.
In 2008 nam ze deel aan het concert “Van Mozart tot Verismo” in de Philharmonie genaamd George Enescu in Boekarest met dirigent Roberto Gianola (Italië). Met dit programma toerde ze in Rome, Napels, Genua en Lucca. Ze nam deel aan toernees met de Crimean Philharmonic Hall , en ook op muziekfestivals ter ere van de verjaardag van Mozart en “Twee dagen en twee nachten nieuwe muziek” in Odessa.
Haar repertoire omvat de delen:
Gilda in ” Rigoletto ” van Giuseppe Verdi,
Violetta in “La Traviata ” van Giuseppe Verdi
Oscar in de opera “A Masked Ball” van Giuseppe Verdi,
Lucia di Lammermoor in de opera van Gaetano Donizetti,
Micaela in de opera “Carmen” van Georges Bizet,
Rosina in de opera “De Barbier van Sevilla” van Gioachino Rossini,
Musetta in de opera “La Boheme ” van Giacomo Puccini,
Serpina in “La Serva Padrona ” van Giovanni Battista Pergolesi,
Masha en Prilepa in de opera “Pique Dame” van Pjotr Tsjaikovski,
het sopraangedeelte in de cantate ” Carmina Burana “van Carl Orff.
TAISIYA SHAFRANSKA
Taisiya Shafranska: Soliste van het Odessa Nationaal Academisch Opera en Ballet Theater. Laureate van de 1e prijs van de internationale festivalwedstrijd “vul de harten met muziek” (Odessa, 2008); Ik prijs van de International C ompetitionStar Music Champion (Roemenië, 2011).
In 2011 studeerde ze af aan de Odessa State (nu – National) Music Academy, vernoemd naar Antonina Nezhdanova in specialiteit “solo zingen”. In 2014voltooide ze haar postdoctorale studie en studeerde ze af aan de solozangafdeling van dezelfde universiteit. Sinds 2013 is ze een toonaangevende solist van het Odessa National Academic Theatre of Opera and Ballet.
Haar repertoire omvat de delen :
Carmen (“Carmen” van Georges Bizet),
Konchakovna (“Prins Igor” van Alexander Borodin)
Polina en Milovzor (“Pique Dame” van Pjotr Tsjaikovski);
Gravin Ceprano en Maddalena (“Rigoletto” van Giuseppe Verdi);
De dienstmeisjes van Turandot (“Turandot” van Giacomo Puccini);
Kate (“Madame Butterfly” van Giacomo Puccini); en vele andere rollen.
ELENA STARODUBTSEVA
Elena Starodubtseva: Soliste van het Odessa Nationaal Academisch Opera en Ballet Theater. Geëerd kunstenaar van de Oekraïne.
Laureate van de 3e prijs van het Internationaal Vocalisten Concours “Kunst van de XXIe Eeuw” in Kiev (2009), deelnemer aan de Internationale Opera Kunst Festival “De Gouden Kroon” in Odessa in 1998 – 2002. Ze wordt erkend met haar uitzonderlijk sterke interpretatie van de rol van Azuchena in de opera “Il Trovatore ” van Giuseppe Verdi op het Opera Festival van Buscetto (Italië, 2007).
Ze studeerde af aan de Odessa Staats Muziek Muziek Academie (nu – Odessa Nationale Muziek Academie) vernoemd naar Antonina Nezhdanova in 1995 (klasse van Ninel Soicenkova -Richter). Ze werkt sinds 1993 in het Odessa Nationaal Academisch Opera en Ballet Theater.
Haar repertoire omvat:
Azucena in de opera “Il Trovatore ”
Amneris in de opera “Aida”
Ulrika in de opera “Un Ballo in Maschera” van Giuseppe Verdi,
Carmen uit de opera van Georges Bizet,
Konchakovna in de opera “Prins Igor” van Alexander Borodin,
Suzuki (” Cio-Cio san” door Giacomo Puccini)
Lubasha (“Bruid van de Tsaar” door Nikolai Rimsky-Korsakov),
Marfa (” Khovanshchina ” door Modest Mussorgsky),
Olga en Nurse (“Evgeny Onegin ” door Pjotr Tsjaikovski),
Gravin (“Pique Dame” van Tsjaikovski) en vele anderen.
Ze heeft getoerd in Azerbeidzjan, Duitsland, Spanje, Italië, Frankrijk, Libanon, Zwitserland, Cyprus, Rusland, Estland, Georgië. Ze kreeg het diploma van de Nationale Unie van Componisten van Oekraïne, het certificaat van de Coördinatieraad van de president van Oekraïne. Ze draagt de titel van geëerd kunstenaar van Oekraïne sinds augustus 2012.
ALEXANDER SCHULZ
Alexander Schulz: Solist van het Odessa Nationaal Academisch Opera en Ballet Theater. Afgestudeerd aan de Odessa Staats (nu Nationale) Muziek Academie vernoemd naar Antonina Nezhdanova. Laureaat van de internationale wedstrijd voor vocalisten. BT Shtokolova (St. Petersburg, 2008).
Hij werkte samen met de Deutsche Oper am Rhein , de Staatsopera van Dresden, Opera Nova (Bidgosch, Polen), het Landestheater Neustrelitz ( Neustrelitz , Duitsland), Konzerthaus Berlijn, het Mikhailovsky- Theater (Sint-Petersburg, Rusland), de Estse Nationale Opera, de Tataarse Staatsopera en -ballet, de Praagse Staatsopera, de Nationale opera van Praag, het Lviv Nationale Academische Opera en Ballet Theater.
In september 2008 maakte hij zijn debuut in het Odessa Nationaal Academisch Opera en Ballet Theater.
Repertoire:
De belangrijkste rollen in de opera’s “Tosca”, “Turandot” door G. Puccini, “La Traviata “, “Aida”, “Il Trovatore ” door G.Verdi , ” Pagliacci ” door R. Leoncavallo, ” Tannhauser ,” “Der Fliegende Holländer” R. Wagner, “Pique Dame” van P. Tchaikovsky en anderen.
ALEXANDER STRYUK
Alexander Stryuk: Solist van het Odessa Nationaal Academisch Opera en Ballet Theater. Laureaat van de eerste prijzen van de Nationale Wedstrijd van Oekraïne “Nieuwe Namen” (1999), de Internationale Competitie “Kunst van de 21e Eeuw” in Vorzel , Oekraïne (2006) en het Internationaal Festival van Vocale en Piano duetten “Drie eeuwen van de Klassieke Romantiek” in St. Petersburg (2006). ). In 2007 won hij de 2e prijs tijdens de International Opera Zangers Competitie vernoemd naar Elena Obraztsova. Hij ontving persoonlijke erkenning van Evgenia Miroshnichenko en een individuele prijs van haar stichting op de muziekwedstrijd vernoemd naar Nikolay Lysenko in Kiev.
Hij studeerde in 1996 af aan het Nikolayev Staats Hogere Muziek College, vervolgens de Odessa State (nu National) Music Academy vernoemd naar AntoninaNezhdanova in 2002 (postdoctorale studie in 2006 aan dezelfde universiteit). Hij debuteerde in 2003 op het podium van het Odessa Nationaal Academisch Opera en Ballet Theater als Robert in de opera ” Iolanta ” van Peter Tchaikovsky.
Zijn repertoire omvat de rollen :
Evgeny Onegin (“Eugene Onegin ” van Pjotr Tsjaikovski);
Yeletsky (“The Queen of Spades” van Pjotr Tsjaikovski);
Robert (” Iolanta ” van Pjotr Tsjaikovski);
Germont (“La Traviata ” van Giuseppe Verdi);
Amonasro (“Aida” van Giuseppe Verdi);
Renato (“Un Ballo in Maschera” van Giuseppe Verdi);
Figaro (“De Barbier van Sevilla” van Gioachino Rossini);
Lord Enrico Ashton (“Lucia di Lammermoor” van Gaetano Donizetti);
De stierenvechter (“Carmen” van Georges Bizet);
Coward Lion (“Smaragden Stad” op muziek van verschillende componisten); Khoma (” Viy” van Vitaly Gubarenko )
Bariton-onderdelen in de schilderachtige cantate “Carmina Burana” van Carl Orff en vele andere rollen.
VIKTOR SCHEVCHENKO
Viktor Schevchenko: Solist van het Odessa Nationaal Academisch Opera en Ballet Theater. Laureaat van de Internationale Competitie voor Vocalisten Antonina Dvorak in Karlovy Vary (Tsjechische Republiek) in 2006. Hij nam deel aan de festivals Opera Pa Skaret in 2008 in Zweden en Kammeroper Schloss Reinsberg in Duitsland in 2009, waar hij de Faith en Volker Doppelfeld Foundation-prijs voor jonge artiesten ontving. In 2012 ontving hij de prijs van Volkskunstenaar van Ukraine Liya Bugova en Ivan Tverdohlib.
Hij studeerde in 2004 af aan het Mykolaiv State Higher Music College en de Odessa Staats (nu Nationale) Muziek Academiegenoemd naar Antonina Nezhdanova in 2010. Bij het Odessa Nationaal Academisch Opera en Ballet Theater werkt hij sinds 2009.
Zijn repertoire omvat:
Leporello (“Don Giovanni” van Wolfgang Amadeus Mozart);
Grenvil (“La Traviata ” van Giuseppe Verdi);
Graaf Ceprano (” Rigoletto ” van Giuseppe Verdi);
Tom (“Un Ballo in Maschera” van Giuseppe Verdi);
Ramfis (“Aida” van Giuseppe Verdi);
Timur (“Turandot” van Giacomo Puccini);
Colline (“La Boheme ” van Giacomo Puccini);
Raimondo (“Lucia di Lammermoor” van Gaetano Donizetti);
Jager (“Sneeuwwitje en de zeven dwergen” van Eduard Kolmanovsky );
Konchak en Skula (“Prince Igor” van Alexander Borodin);
Koning Rene (” Iolanta ” van Pjotr Tsjaikovski);
Surin (“The Queen of Spades” van Pjotr Tsjaikovski);
Het basgedeelte in de symfonie №9 van Beethoven, “Requiem” van Verdi en anderen.
Viktor Schevchenko heeft een enorm concertrepertoire.
Hij tourde door Tsjechië, Duitsland, Frankrijk, Nederland en België.
DMITRIY PAVLYUK
Dmitriy Pavlyuk: Solist van het Odessa Nationaal Academisch Opera en Ballet Theater. Deelnemer van de vocale competitie Boris Khristov in Bulgarije en de competitie Anatoly Solovyanenko ” Solov’ye beurzen” in de Oekraïne.
Hij studeerde af aan het Chernivtsyy State College van Kunst en Cultuur genoemd naar Sidor Vorobkevich in 1994, toen Odessa Staats (nu Nationale) Muziek Academie genoemd naar Antonina Nezhdanova in 2000. Hij werkt voor het Odessa Nationaal Academisch Opera en Ballet Theater sinds 1995.
Zijn repertoire omvat:
Leporello (“Don Giovanni” van Wolfgang Amadeus Mozart);
Bartolo en Basilio (“De Barbier van Sevilla” van Gioachino Rossini);
Raimondo (“Lucia di Lammermoor” van Gaetano Donizetti);
Dulcamara (“L’Elisir d’Amore” van Gaetano Donizetti);
Zúñiga (“Carmen” van Georges Bizet);
Ferrando (“Il Trovatore ” van Giuseppe Verdi);
Sparafucile en Monterone (” Rigoletto ” van Giuseppe Verdi);
Zaccaria (” Nabucco ” van Giuseppe Verdi);
Philippe (“Don Carlos” van Giuseppe Verdi);
Ramfis (“Aida” van Giuseppe Verdi);
Grenvil en Marquise d’Obiny (“La Traviata ” van Giuseppe Verdi);
Colline (“La Boheme” van Giacomo Puccini);
Anzhelotti en de Sacristan (“Tosca” van Giacomo Puccini);
Timur (“Turandot” van Giacomo Puccini);
King Rene (“Iolanta” van Pjotr Tsjaikovski);
Surin (“The Queen of Spades” van Pjotr Tsjaikovski);
Gremin (“Evgeny Onegin” van Pjotr Tsjaikovski);
Konchak (“Prins Igor” van Alexander Borodin);
Karas (“Kozakken voorbij de Donau” van Semen Gulak-Artyomovskiy );
Vader (“Katerina” van Nikolay Arkas);
Tonio (” Pagliacci ” van Ruggero Leoncavallo);
het basgedeelte in “Requiem” van Giuseppe Verdi en andere rollen.
Hij tourde door Duitsland, Spanje en het Verenigd Koninkrijk.
SERGEY KRASNYKH
Sergey Karasnykh: Toneelleider en solist van het Odessa Nationaal Academisch Opera en Ballet Theater. Ontvanger van de Tweede Prijs van de Republikeinse Wedstrijd van Kameruitvoerders in 1985 en van de Derde Prijs van de Republikeinse Wedstrijd van Kameruitvoerders in 1987. In 1983 studeerde hij af aan het Nezhdanova Odessa Conservatorium (de Odessa Nationale Muziek Academie), gespecialiseerd in solozang. In 1984 trad hij toe tot de Odessa Opera als operasolist.
Sergey voerde rollen uit zoals Alfredo in La Traviata van Verdi, Paulino in Het Geheime Huwelijk van Cimarosa , Ottavio in Don Giovanni door Mozart, Petro in Natalka-Poltavka, Mykola in Semen Kotko door Prokofiev, Peppe in Pagliacci door Leoncavallo, keizer in Turandot door Puccini, Chekalinsky en Chaplinskyin in Pique Dame van Tsjaikovski en andere rollen en nummers.
Hij werkt sinds 2005 ook als stage manager.
Zijn repertoire omvat:
Alfredo (“La Traviata ” van Giuseppe Verdi),
Paolino (“The Secret Marriage” van Domenico Chimarosa ),
Ottavio (“Don Giovanni” van Wolfgang Mozart),
Peter (” Natalka Poltavka “van Nikolay Lysenko),
Mykola (” Semyon Kolko “van Sergey Prokofiev),
Peppe (” Pagliacci ” van Ruggero Leoncavallo),
Keizer (“Turandot” van Giacomo Puccini)
Chekalinskiy en Chaplitskiy (“Pique Dame” van Pjotr Tchaikovski) en andere rollen.
VALERY REGRUT
Valery Regrut studeerde koordirectie aan Tchernovtsi Music College (thans bekend als het Sidor Vorobkevich Tchernovtsi Staats Kunsten en Cultuur College) en Nezhdanova Odessa Staats (nu bekend als Nationale) Academie van Muziek, gespecialiseerd in koordirectie, opera en symfonie-directie, solo-zang (operettes). Hij trad in 2000 in dienst bij de Odessa Opera als solist (opera tenor) en werd in 2011 dirigent.
Hij behaalde de Derde Prijs bij de Alchevsky Internationale Vocale Competitie.
Mr. Regrut koor- trainer en opera en symfonie leider aan de Nezhdanova Muziek Academie en leidt de uitvoeringen van de opera-studio en het studenten koor van de Academie sinds 1997.
De uitvoering vandaag bevat nog een debuut van Taisiya Shafranskaya als La Contessa di Ceprano . Ze is uitgenodigd om uitvoeringen te verzorgen bij de Odessa Opera in dit theaterseizoen. De zangeres is een postdoctorale student van de Nezhdanova Muziek Academie, de eerste prijswinnaar op de internationale festivalwedstrijd ‘Fill In Your Hearts with Music’ (Odessa, 2008) en de eerste winnares bij de internationale zangcompetitie Star Music Champion (Roemenië, 2011).
IVAN GAZINSKIY
Solist Ivan Gazinskiy : Speelt de rol van Narumov in Pique Dame. Afgestudeerd aan het College van Cultuur en Kunst in Vinnitsa genaamd naar N. Leontovich met een diploma in “Choral conducting” (2003), Odessa Nationale Muziek Academie vernoemd naar A. Nezhdanova met een diploma in “Choral conducting” (2008) en “Solo singing” (2009).
In 2011 studeerde hij af van de postdoctorale studies “Koorraden” in de Academie. Sinds 2009 werkt hij als koorkunstenaar en koorleider in het Odessa Nationaal Academisch Opera en Ballet Theater. Als koorleider dirigeert hij de producties “Viy” van V. Gubarenko, “Rigoletto”, “Il Trovatore” van G. Verdi, “De Barbier van Sevilla” van G. Rossini, “Kozak over de Donau” van S. Gulak- Artyomovskiy en anderen.
Hij tourde door Duitsland, Griekenland, Hongarije, Spanje, Polen, Rusland en Wit-Rusland.
Het Nationale Opera en Ballet van de Oekraïne, Odessa (Het Odessa Nationaal Academisch Theater Opera en Ballet) is een van de oudste (begin 19e eeuw) klassieke opera en ballet huizen van Europa. Het is gehuisvest in een van de prachtigste historische theatergebouwen van de wereld (1887). Grote componisten en kunstenaars traden hier op waaronder Tsjaikovski, Rachmaninov, Chaliapin, Oistrakh, Richter, Pavlova en Casals. Nog steeds heeft dit theater een internationale allure. Grote producties worden er gespeelt van internationaal niveau.
De grote Russische schrijver Poesjkin heeft in deze oude Russische stad aan de Zwarte Zee, Odessa (inmiddels in de Oekraïne) gewoond en gewerkt. Zijn huis aan de Pushkinskaya in het centrum van Odessa is een populair museum.
©Kantor Pos-Music Theatre Stage Management – 2018
Tekstbijdrage, samenstelling en redactie: Gerard Mosterd
Nederlandse vertaling van Italiaans libretto: Janneke van der Meulen
Algemeen directeur: Gerard Mosterd
Artistiek directeur: Zdzislaw Supierz
Soesterweg 368
3812BJ Amersfoort
zsupierz@supierz.com
Met dank aan: Eric Wehrmeijer en Bas Schoonderwoerd (coördinatie en ondersteuning)